Op 17 december doet de rechter uitspraak in de zaak over Jan Steen's "Het huwelijk van Tobias en Sarah" (Museum Bredius). Het werk was in de 19e eeuw in twee stukken gesneden, waarom is onduidelijk. Toen men ontdekte dat de stukken 1 schilderij vormden, werd het plan opgevat ze te herenigen. Dit is in 1996 gebeurd. Wat wil nu het geval: het linkerdeel (Tobias en Sarah bij hun huwelijksbed met engelen)behoorde ooit toe aan de kunsthandelaar Goudstikker. Het rechterdeel (de Aartsengel Rafael velt een draak) werd door Bredius in 1907 aangekocht voor zijn museum. Doordat de Restitutiecommissie die gaat over teruggave van in de oorlog geconfisceerde kunst, oordeelde dat het schilderij terug moet naar de erven Goudstikker, ontstaat een enorm probleem. Immers, slechts het linker gedeelte was ooit van Goudstikker. Bredius had zijn verzameling aan de gemeente Den Haag geschonken en vast laten leggen dat zijn collectie in zijn geheel behouden moest blijven. Wat vindt u: moet het herenigd schilderij naar de erven Goudstikker, moet het in Den Haag blijven, of zou het opnieuw in twee delen gehakt moeten worden zodat ieder krijgt wat hem kennelijk toekomt?